Het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven is een van de opdrachtgevers van [De Redactie]. Regelmatig wordt een beroep gedaan op onze recruiters om flexibele oplossingen te vinden voor (tijdelijke) versterking van hun Marcomafdeling.
Hugo van den Berk is sinds 2010 Marketing Manager bij het Catharina Ziekenhuis. Hij schakelde [De Redactie] in om een content marketing redacteur te vinden, die Hugo en het Marcomteam kon ondersteunen bij het opzetten van een omvangrijk contentmarketing-plan. Met als uiteindelijke doelstelling om de merkenvoorkeur verder te vergroten en thought leadership te realiseren op de gekozen markten: 'hart-en vaatziekten', oncologie, nierziekten en obesitas.
Contentkalender
Hugo: ‘Toen dit plan in 2015 werd opgevat hadden wij met onze pr net de switch gemaakt van interne naar externe gerichtheid. We deden dit zonder structuur en zonder plan. We zijn in fases toe gaan werken naar een strategie. Van de eerste fase waarin ‘zij vragen, wij dragen’ centraal stond, naar de laatste fase waarin we moesten leren om te denken als uitgevers: hoe plaats je relevante info op het juiste kanaal, gericht op het gewenste publiek? Om te bepalen hoe we de content
optimaal konden inzetten, moesten we bovendien speerpunten vaststellen. Waar zijn we goed in en met welke specialismen willen we ons als ziekenhuis onderscheiden? In een aantal sessies met het medisch team werd besloten dat we landelijk hoog wilden scoren met onze gespecialiseerde zorg bij oncologie en hart- en vaatziekten. En regionaal wilden we leider worden op het gebied van de behandeling van overgewicht en nierfalen. Vervolgens hebben we bepaald op welke thema’s in content we autoriteit willen claimen. Dat zijn er uiteindelijk vier geworden. Er is een contentkalender gemaakt waarmee we in de gaten houden dat deze thema’s en speerpunten evenredig aan bod komen.’
Streng, sturend en creatief
Content voor de gekozen markten wordt proactief opgehaald bij medisch specialisten en ander medisch personeel. Men wordt geïnterviewd of artsen leveren zelf tekst aan. ‘Soms wil een specialist iets kwijt dat niet onder de vier thema’s valt. Dan is het: jammer, maar helaas… We zijn daar echt streng en sturend in! Want als je niet kiest dan val je voor alles. De enige uitzondering wordt gemaakt voor algemene ‘moetjes’, nieuws dat wel mee moet, maar verder is alles ingepland. Niet elke specialist stond meteen te springen om informatie te delen, voor sommigen was dit even wennen. Maar uiteindelijk vertelt ieder-
een toch graag over zijn of haar vakgebied en de wapenfeiten. Het is natuurlijk ook best aardig om af en toe in de schijnwerpers te staan.’ Soms is wel enige creativiteit vereist in het vergaren van content. Zo komen de spelers van PSV elk jaar langs op de kinderafdeling. Hugo: ‘Sympathiek en nieuws dat je wilt delen, maar het valt niet onder een van de vier speerpunten hart, kanker, lever of obesitas. Dus hebben we het zo georganiseerd dat de spelers ook langskwamen op de afdeling fysiotherapie waar vrouwen met borstkanker na een chemobehandeling verblijven. Zo konden we er toch uitgebreid aandacht aan besteden op Facebook en de website, en het voldeed aan de gemaakte afspraken van de contentstrategie .’
De consument wordt kritischer
De doelgroep van het ziekenhuis is in principe iedereen die medische hulp heeft, maar overwegend de leeftijdsgroep van 65+, met name bij hartfalen en bij kanker. 'In die laatste categorie vallen ook de jonge vrouwen van 35+ die met borstkanker te maken krijgen. Hugo: ‘We richten ons daarnaast op (klein)kinderen van patiënten die gewend zijn om online naar informatie te zoeken en zelf informatie te vergaren over ziektebeeld, prognose en mogelijke behandelingen. De consument verandert en wordt kritischer. We gaan niet
meer automatisch naar het dichtstbijzijnde streekziekenhuis, maar we willen steeds vaker naar het beste ziekenhuis. En dat kan per behandeling verschillen.’ Ook qua marktwerking worden ziekenhuizen de laatste jaren gedwongen te vercommercialiseren. ‘We leven in een wereld waar zorg voortdurend onder druk staat, ook vanuit de overheid. Waardoor zorginstellingen zelf moeten zorgen dat ze patiënten krijgen. Dus je moet je als ziekenhuis bezighouden met pr en reclame. Maar dan wel goed en doordacht, tegen minimale kosten. Met goede contentmarketing kun je een grote groep mensen bereiken en aan je binden. Meer dan met een gemiddelde reclamecampagne in dag- of weekblad.’
Nu eerst genieten
Inmiddels is iedereen overtuigd van de noodzaak van een goede contentstrategie voor het ziekenhuis, inclusief de Raad van Bestuur en de medische staf. Hugo: ‘We konden ook vrij snel mooie cijfers laten zien: in vier maanden tijd hebben we een community van 8.500 volgers op Facebook. Dat is veel voor een ziekenhuis! Ook de ROI moest meetbaar zijn om de resultaten te presenteren aan bestuur en directie. Maar niemand twijfelt er nu nog aan dat de inspanningen en het gestelde budget resultaat opleveren.’
Een van die resultaten is dat het Catharina Ziekenhuis in 2015 veelvuldig positief in de media kwam. En uit marktonderzoek in hetzelfde jaar bleek het Catharina Ziekenhuis bij een groeiende groep mensen inmiddels zelfs eerste keus te zijn bij behandeling voor hartfalen of kanker. ‘In 2010 kende men ons alleen nog van onze hartafdeling, inmiddels kent 7 à 8% van alle Nederlanders het Catharina Ziekenhuis ook als kankerinstituut. We hebben duidelijk terrein gewonnen op dit gebied.’ Patiënten waarderen het ziekenhuis gemiddeld met een 8,3, 88% van de patiënten raadt het Catharina Ziekenhuis bij anderen aan en het is tweede van Nederland op de kwaliteitsnormen-ranking van Zorgverzekeraars Nederland. ‘De naam is neergezet, het plan werkt, maar we moeten het nu verder uitbouwen. En elke keer onszelf de vraag stellen: waar doen we dit voor en voor wie? In de toekomst zou ik graag meer filmpjes willen plaatsen, maar wel filmpjes van goede kwaliteit zijn. En moeten we iets met Snapchat, laten we Twitter nou wel of niet links liggen? Je bent eigenlijk nooit klaar in dit vakgebied. Er zit zoveel beweging in. Eerst maar eens genieten van het feit dat alle inspanningen van de laatste jaren hun vruchten afwerpen, en daarop voortborduren.’